top of page

Why Elsewhere
for orchestra

2[pic]2[eh]22 2210 perc str

Duration: 8'

Year of composition: 2002

Premiere: December 8, 2002, Netherlands Radio Chamber Orchestra, Peter Eötvös, Nederlandse Muziekdagen, Vredenburg Utrecht

Central theme in the piece is longing, most of the time melancholic, but often passionate as well. The longing for happiness overseas, the frustration of the unreachable; why is happiness elsewhere? (one of the violinists in the orchestra performing the work asked me: “why here?”) This hankering derives its expressiveness from human feelings, but also strives after a higher sphere manifesting itself as a dreamscape. In this composition the dreamscape is demonstrated by atmospheric sound coloring, the hankering appears as a tense, dominant-like sound. Isn’t it so that the dominant and diminished seventh chords raise the longing for relaxation? The question if relaxation follows the tension is of no importance here. (For example: bars 39-49 consists of parallel diminished-seventh chords. In a bi-tonal way the winds that represent one 'tonality' are superimposed on the strings representing the other 'tonality'. The dominant-seventh sound is prominent in bars 99-110.)

The archetypal motives that are present in the subconscious of the piece, are the points of departure for how the work was conceived. In their naked form the style-characteristics of these motives are often traditional and they communicate on a level that is comprehendible for anyone with a little knowledge of music history. The frame of the piece one could say (NB: this is not referring to the physical form), consists of a network of motives that are coloured by preference and cut up in layers in a multi-layered texture.

Eventually these so-called traditional motives are viewed from a new perspective, without losing their communicative powers. Examples: the walz-like motive called 'love' in the introduction from bar 18 onward and in bar 130 where it evolves into the motive 'animated by ecstasy’ which was already introduced in bars 28-33. Most evocative is the melodic motive, with a melancholic quality, which is strongly fixed to it’s instrumentation of two clarinets. The composition opens and closes with this motive, in both cases accompanied by a chorale colored here and there by other motives of which the most profound is the "cluster-motive (with the two flutes playing in minor seconds in their lower registers).

Other motives are 'longing', 'dragon 1', ‘dragon 2’ (same motive in major and minor), the 'whipped-up' motive (midsection of the piece), the 'pathos' and numerous nameless ones. The 'W' of 'Why' and the 'E' of 'Elsewhere' are the initials of two lovers. In the old days it was custom in the Netherlands for a boy to offer his girlfriend a pair of wooden clogs with their initials engraved, this is the reason why the clogs-ticking rhythms play a prominent role in the work.

Why Elsewhere won first prize in the 2006 International Prize of Composition 'Atahualpa Yupanqui’ in Buenos Aires, and was first performed in 2002 during the Dutch Music Days in Utrecht, by the Radio Kamerfilharmonie, conducted by Peter Eötvös.

REVIEWS

"Edward Top is a performing musician himself. Nevertheless Top hasn't made it easy for the orchestra musicians: 'My music is quite complex. But I’m doing that on purpose: I want the musicians to sit at the tip of their chairs. Only then the energy I am aiming for is achieved.’" Enjoying the magic of the first performance -Nominated for the Composers-prize of the Netherlands Music Days, Winand van de Kamp, Utrechts Nieuwsblad, December 9, 2002

 

"Waarom elders? van Edward Top is kundig geschreven laat-romantiek met Hollandse klompjes in het slagwerk." Jaco Mijnheer, de Volkskrant, 16 december, 2002

NEDERLANDS

Het centrale thema in het stuk is verlangen, meestal melancholisch, maar vaak ook gepassioneerd van karakter. Het verlangen naar overzees geluk, de frustratie van het onbereikbare; Waarom is het geluk elders? Deze hunkering ontleent zijn zeggingskracht aan menselijke gevoelens, maar streeft ook naar een hogere sfeer, en manifesteert zich als een droombeeld. In deze compositie komt het droombeeld uit de verf in sfeervolle, vervreemdende klankkleuren, de hunkering in de gedaante van een gespannen, dominant-achtige klank. Immers, het dominant en verminderd-septiem accoord roepen het verlangen op van oplossing, of deze nu wel of niet volgt is hier niet interessant. (Als voorbeeld: maat 39-49 bestaat uit paralelle verminderde septiemaccoorden die op ‘bi-tonale’ wijze boven elkaar gezet zijn waarbij de blazers de ene en de strijkers de andere ‘tonaliteit’ vertegenwoordigen. De dominant-septiem klank is prominent in mt 99-110).

De archetypische motieven aanwezig in het onderbewuste van het stuk, vormen het vertrekpunt van hoe het werk tot stand gekomen is. Deze motieven zijn in hun naakte vorm vaak traditioneel van stijlkarakter en communiceren op een niveau dat voor een ieder met enige kennis van de muziekgeschiedenis intuïtief te bevatten is. Gesteld zou kunnen worden dat het raamwerk van dit stuk (NB: het gaat hier niet over de fysieke vorm) bestaat uit een netwerk van motieven die naar voorkeur zijn ingekleurd en vaak zijn verknipt in lagen in een meerlagige textuur. Zo worden deze zgn. traditionele motieven vanuit een nieuw perspectief bezien, zonder echter in te boeten aan communicatieve kracht.

Als voorbeelden zijn te onderscheiden: het wals-achtige motief aangeduidt met 'liefde' in de introductie vanaf maat 18 en mt 130 dat uitmondt in mt 136 in een motief "door vervoering bezield" zoals al geïntroduceerd in mt 28-33. Het meest in het oogspringend is het melodische motief, melancholisch van karakter, dat sterk gebonden is aan de instrumentatie; de twee klarinetten. Het stuk opent en besluit hiermee, in beide gevallen is er sprake van koraal-achtige begeleiding, hier en daar ingekleurd met andere motieven waarvan het kluster-motief (met de 2 fluiten in kleine secundes in laag register) het meest opvalt. Zo zijn er nog de motieven 'verlangen’, 'draak 1', 'draak 2' (hetzelfde motief in majeur en mineur),’het opzwepende’ (middenpassage), 'het pathetische' en talloze naamlozen.

De 'W' van 'Waarom' en de 'E' van 'Elders' zijn de initialen van twee geliefden. In vervlogen tijden was het op bepaalde plekken in Nederland (Marken) gebruikelijk dat een jongen zijn vriendin een paar klompen met hun initialen ingegraveerd cadeau gaf, vandaar de prominente aanwezigheid van klompjes waarmee ritmes getikt worden in dit werk.

bottom of page