aliquid stat pro aliquo
for vocal quartet and electronic tape
Year of composition: 2008
Duration: 9'
Commissioned by Romain Bischoff and Vocal LAB
Premiere: Gaudeamus Festival Amsterdam, Muziekgebouw aan het IJ, Netherlands, September 2008
Prize: Toonzetters 2008 Competition; Winner category 6 players or less Netherlands
Radio broadcast Concertzender Gaudeamus week 2008; January 5, 2009
Coloratura soprano, soprano, mezzo-soprano and tenor/baritone
The title refers to the formula of the medieval semiotics: something stands for something. A sign refers to an object that becomes a sign itself referring to another object becoming a sign ad infinitum. Umberto Eco has coined this process as unlimited semiosis (mainly based on Pierce’s theories). The composition aliquid stat pro aliquo is the first musical attempt of consciously using a theory I am working on called unlimited compositional semiosis, dealing with the element of association during the process of composition.
In this work for four singers, where also the aspect of language comes into play, the short musical gestures are placed in quick succession, and can be distinguished through vertical dotted lines in the score. This is particularly useful for the performers, since they will have to continuously make mental changes in order to characterise the contrasting gestures. Sometimes a particular sign-representing gesture lasts only for a second: one bar might consist of several musical signs. The intentio auctoris in this work, my intention, is that each sign gains meaning through the object it refers to. This object of reference might be something abstract, but can also be as concrete as a style with culturally conventional meaning. Due to the fact that a given sign is placed in a new context, namely in between contrasting or non-relating signs, this sign might be stripped off of its conventions and gain new meaning. Context is everything.
aliquid stat pro aliquo was nominated for the 2008 Toonzetters Award in The Netherlands, and performed during the final of this competition in August 2009. The work was commissioned by Vocal LAB Nederland and Romain Bischoff, and was first performe during the Gaudeamus week of 2008 in the Amsterdam Muziekgebouw aan het IJ.
​
REVIEW
“all soothing sound beauty” Jochem Valkenburg, NRC, 8 September 2008
​
NEDERLANDS
De titel refereert aan de middeleeuwse semiotiekformule iets staat voor iets. Een teken refereert aan een object dat zelf een teken wordt, referende aan weer een ander object dat weer een teken wordt ad infinitum. Umberto Eco heeft dit proces gedefinieerd als ongelimiteerde semiosis (voornamelijk gebaseerd op de theorieën van Pierce). De compositie aliquid stat pro aliquo is de eerste muzikale poging tot het bewust toepassen van een theorie waaraan ik momenteel werk, ongelimiteerde compositorische semiosis. Deze theorie brengt het associatieve element in het compositorische proces naar voren.
In dit werk voor vier zangers, waar ook taal een rol speelt, zijn de korte muzikale gebaren in snelle opeenvolging achter elkaar geplaatst, en worden in de partituur onderscheiden door verticale stippellijnen. Dit is voornamelijk nuttig voor de zangers, omdat zij constant mentaal moeten veranderen van karakter om de contrasterende gebaren uit te voeren. Soms duurt een muzikaal gebaar, of teken, niet langer dan een sekonde: één maat kan bijvoorbeeld bestaan uit drie muzikale tekens. De intentio auctoris in dit werk, mijn bedoeling, is dat ieder teken betekenis krijgt door het object waaraan het refereert. Dit referentieobject kan iets abstracts zijn, maar het kan ook iets concreters zijn als een stijl met cultureel-conventionele betekenis. Omdat een gegeven teken in een nieuwe context geplaatst wordt, namelijk tussen contrasterende of niet gerelateerde tekens, wordt dit teken zijn conventies ontnomen terwijl het nieuwe betekenis krijgt. Context is alles.
De eerste helft van het werk begint met een computerstem die een tekst opleest van een jonge Amerikaanse militair in Irak, die gewetenswroeging heeft gekregen. De verknipte en kubistische zetting voor vier zangstemmen die daarop volgt toont de morele, innerlijke strijd van de soldaat. De tweede helft is gebaseerd op een tekst over onschuld; gesymboliseerd door het wonder dat er sneeuw lag in het door oorlog geteisterde Bagdad.
De titel aliquid stat pro aliquo (‘iets staat voor iets’) staat voor het idioom van het muzikale teken. De compositie bestaat uit een aaneenrijging van tekens of gestes. Uit iedere geste volgt een andere, als een logische associatie. ‘Hoewel ik tijdens het componeren tot op zekere hoogte gebruik heb gemaakt van een systeem, houd ik mij er niet streng aan. Het gaat om wat er achter de noten staat. Als er iets anders moet komen, doorbreek ik het systeem direct.’ Volgens Top gaat het niet zozeer om de partituur, maar om de uitvoering. De partituur is voor hem slechts een handleiding.
​
RECENSIE
“één en al weldadige klankschoonheid” Jochem Valkenburg, NRC, 8 September 2008