The Quintetto is inspired by the Dutch 'Rampjaar' disaster year of 1672. During this year The Netherlands were invaded from three directions by four surrounding states. The country seemed reddeloos (helpless), the people redeloos (unresonable), and the government radeloos (desperate). The country was governed by Johan de Wit, who soon got the blame for the destitude situation, and, together with his brother, was publicly lynched in Den Haag. This is a black page in Dutch history.
The music explores all possibilities the arpeggio has to offer. Already in the diatonic introduction (Andante Modesto, bars 1-37), where only several pitches are used, the arpeggio appears as a colouring and contrasting factor opposed to the generally slowly moving motions. The second section (Allegro Moderato, bars 38-56) breathes by the grace of the arpeggio, just like the following section (bars 57-87) where a special sound is created mainly by the strings. The technique of producing an arpeggio is quite traditionally achieved here, like the way it is applied in romantic violinconcertos. The kind of hissing sound here is realized by few finger pressure, the way a harmonic is played, only here it is not played at the place on the fingerboard where harmonics are located. The result is some kind of mummyficated romanticism.
The arpeggio is used very irregularly and intense at the 'Dance of the skeletons' (bars 88-171), a technical work of lonely heights for especially the pianist. Tempo Primo (ms.172-190) and Tempo del Danza (bars 191-2) are recapitulations of previous sections. The section that lasts until bar 131 is a victory of the arpeggio and sounds with the help of durchbrochene Arbeit like one large slur. The ‘quasi fugue’ which is following is inspired by the main motive (Motiva Principale) which appeared in bar 87 with upbeat. As an ultimate consequence of the arpeggio, apocalyptic sirenes representing the disaster year 1672, sound in the ending section.
The epilogue in the final bars is an echo of the main motive.
The Quintetto was commissioned by the Amardi Piano Quintet who played the premiere in Musis Sacrum in Arnhem on May 2, 2004.
NEDERLANDS
Het Quintetto is geïnspireerd op het Rampjaar 1672. In dit jaar werd Nederland van drie kanten binnengevallen door vier omliggende staten. Het land leek reddeloos, de mensen redeloos, en de regering radeloos. Het land werd geregeerd door Johan de Wit, die al snel de schuld kreeg van de uitzichtloze situatie, en samen met zijn broer publiekelijk werd gelyncht in Den Haag. Dit is een zwarte bladzijde in de Nederlandse geschiedenis.
In dit werk worden de mogelijkheden van het arpeggio afgetast. Al in de diatonische introductie (Andante Modesto, mt.1-37), die van slechts enkele toonhoogten gebruik maakt, doemt het arpeggio als kleuring en contrast met de overwegend langzaam voortgaande bewegingen op. Het tweede gedeelte (Allegro Moderato, mt.38-56) leeft bij de gratie van het arpeggio, net als de daarop volgende passage (mt.57-87) waar met name de strijkers er een bijzondere klank mee creëeren. De speelwijze van het arpeggio hier is traditioneel, zoals voor de viool aangetroffen zou kunnen worden in romantische vioolconcerten, alleen de klank (geruis) die er hier mee bereikt wordt, wordt verkregen zonder druk van de vingers op de snaren uit te oefenen. Als een soort vermummificeerde romantiek.
Het arpeggio wordt zeer grillig en onregelmatig toegepast in de ‘Skelettendans’ (mt.88-171), een technisch hoogstandje voor met name de piano. Tempo Primo (mt.172-190) en Tempo del Danza (mt.191-2) zijn recapitulaties van reeds gepasseerde gedeelten. Het gedeelte tot en met maat 131 is een zegeviering van het arpeggio en klinkt met behulp van durchbrochene Arbeit als één grote riedel. De quasi ‘fuga’ die volgt is geënt op het hoofdmotief (Motivo Principale) dat al te horen was in mt.87 met opmaat.
Als uiterste consequentie van het arpeggio klinken apocalyptische sirenes aan het slot. Het epiloogje in de slotmaat is een echo van het hoofdmotief.
Het Quintetto werd gecomponeerd in opdracht van het Amardi Pianokwintet. De premiere vond plaats in Musis Sacrum te Arnhem op 2 mei, 2004.