top of page

Double Smooth Disaster

for two vibraphones

Year of composition: 1996

Duration: 14'

Commissioned by and dedicated to Eduardo Leandro

Premiere: Rotterdam Conservatory, Netherlands, 1996

The title of the work is based on Andy Warhol's silk-screen series Death and Disaster. Each of these works consists of two panels. One panel shows a disaster or accident, the other one is just a blank surface. This blank surface creates an introvert and balanced comment on the shocking event; tension evokes relaxation, relaxation is experienced as such because it is evoked by tension.
Tension is tangibly present throughout the whole piece even though its immediate reproduction formed by a loud, fast and complex-chromatic explosion on the point of the golden section, lasts only for a moment.
The largest portion of the work distinguishes itself by long spinned out tones and chords and new playing techniques with special sounds, where one vibraphone adds up to the other. It is not so that the two instruments are each other’s opposites; they are melted together forming one super-instrument.

REVIEW

“… strong was Double Smooth Disaster (...) by Edward Top, a work that in a dreamy peacefulness slowly builds from beaten and bowed vibraphone tones. Great is the impact of a fast and loudly gurgling passage that follows. It is in its quietness, however, where the true virtuosity of the composition hides.”

Jochem Valkenburg, NRC, 24 November, 2005

NEDERLANDS

De titel van dit stuk is ontleend aan de serie zeefdrukken Death and Disaster van Andy Warhol. Elk van deze kunstwerken bestaat uit twee panelen. Het ene paneel geeft een afbeelding van een ramp of ongeval weer, het andere bestaat slechts uit een blank vlak. Dit blanke vlak vormt een ingehouden en uitgebalanceerd commentaar op een schokkende gebeurtenis; spanning lokt ontspanning uit, ontspanning wordt als zodanig ervaren doordat het uitgelokt wordt door spanning. Dit is de belangrijkste eigenschap van de westerse muziek. De invulling hiervan en de bron van inspiratie ervoor zijn afhankelijk van het tijdperk waarin een stuk ontstaat (bij dit stuk is dat het werk van Warhol), maar het basisprincipe is onveranderlijk en tijdloos.
Uit de traditie komt naar voren dat aan dit basisprincipe vormgegeven wordt met behulp van de balans tussen dissonant en consonant. Soms lijkt de balans meer naar één kant uit te slaan. In vele laat-romantische werken is de concrete oplossing van dissonantie vaak in concretie afwezig, ook al is hij wel constant voelbaar.
Met Schönbergs 'emancipatie van de dissonant' wordt in traditionele zin afwezigheid van oplossing ofwel ontspanning geïmpliceerd. Ook al is bij zijn muziek de oplossing van de dissonant geheel afwezig, daar hij zich niet meer bedient van harmonische functionaliteit, zoekt hij zijn muzikale ontspanning in andere elementen (kijk bijvoorbeeld naar het deel Farben in de vijf orkeststukken opus 16). (En dat is het wezenlijke voor iedere componist van de twintigste eeuw; het zoeken naar de verklanking van het abstracte idee van het contrast tussen chaos en orde, consonant en dissonant, schokkend beeld en blank vlak, zonder daarbij gebonden te zijn aan een universeel systeem). Niet alleen het contrast zélf, maar ook de interactie tussen de twee zijn bij dit zoeken van belang. Ontspanning wordt pas als ontspanning ervàren als spanning dat uitlokt, wat het geval is in het stuk Double Smooth Disaster. Die spanning is het gehele stuk voelbaar aanwezig ook al is de directe weergave ervan in de vorm van een harde, snelle en complex-chromatische explosie op het punt van de gulden snede van het stuk maar van korte duur.
Het overgrote gedeelte van de compositie onderscheidt zich door lang uitgesponnen tonen en akkoorden en nieuwe speeltechnieken met bijzondere klanken, waarbij de ene vibrafoon de andere aanvult. Het is dus niet zo dat de twee instrumenten elkaars tegenpolen zijn. Ze zijn met elkaar versmolten tot één superinstrument.

RECENSIE

“Sterk klonk ook Double Smooth Disaster (2000) van Edward Top, een werk dat in dromerige rust langzaam opgroeit uit geslagen en gestreken vibrafoontonen. Groot is vervolgens de impact van een snel en luid klaterende passage. In alle stilte schuilt echter de ware virtuositeit van de compositie.”

Jochem Valkenburg, NRC, 24 November, 2005

bottom of page